Kinderen leren door middel van de ruimte

Kinderen leren door middel van de ruimte

26 september 2022

De interactie van een kind met zijn omgeving is een bron van informatie. Kinderen worden er door uitgedaagd, uitgenodigd om creatief te zijn, gestimuleerd te communiceren met anderen, etc. Dus ja, kinderen leren door middel van de ruimte.

"De ruimte is de derde leerkracht in een schoolomgeving, naast de leerkracht zelf en de medeleerlingen."

De derde leerkracht

Een schoolomgeving is the place to be als het over leren gaat. Hier leren kinderen rekenen en omgaan met taal, maar niet te vergeten: ze leren hier vooral ook te communiceren met anderen (ze werken samen, discussiëren, etc.). Met andere woorden, een schoolomgeving is een veilige omgeving waar kinderen zelfstandig op ontdekking kunnen gaan en leren omgaan met situaties die gelijkaardig zijn met situaties buiten de school. Het is ook niet voor niets dat verschillende architecten, waaronder de Nederlandse architect Herman Hertzberger, ervan overtuigd zijn dat de ruimte de derde leerkracht is in een schoolomgeving, naast de leerkracht zelf en de medeleerlingen. 

Maar hoe ziet een leeromgeving eruit als het overgoten is met de formule van omgevingspsychologie (ontdek de basisprincipes uit omgevingspscyhologie in onze fact check ‘een interieur kan actief bijdragen aan het welzijn van de mens’)? Lees hieronder onze vier tips.

1. Bekijk het eens van de andere kant

Wanneer je een hek rond een weide ziet, wat doe je dan? Negen kansen op tien lees je dit als een signaal dat je dit gebied niet mag betreden en dus niet verder mag. Maar wat ziet een kind? Hij of zij zal het eerder lezen als een object om op te klimmen, van te springen, etc. Kinderen lezen hun omgeving helemaal anders dan wij als volwassenen doen (Gibson, 1979). Voorzie daarom verschillende elementen in de omgeving waarmee de kinderen zelf aan de slag kunnen, ook al zie jij niet meteen de verschillende mogelijkheden ervan. Denk bijvoorbeeld aan water: hiermee kunnen ze spetteren, objecten laten drijven, zwemmen, etc. Alleen al door het waarnemen, verkennen en handelen in een omgeving, ervaren de kinderen de gevolgen van hun acties en leren hieruit (zonder dat ze het zelf beseffen) (Heft, 1988).

"Laat kinderen mede-ontwerpers zijn van hun eigen wereld!"

En daarbij, welk kind is niet trots wanneer hij of zij iets voor de eerste keer zelfstandig heeft gedaan? Daag hen daarom uit om zelfstandig op ontdekking te gaan. Een leeromgeving moet een stimulerende omgeving zijn waar veel te beleven valt en waar veilig keuzes gemaakt kunnen worden. De kinderen moeten het gevoel hebben dat ze controle hebben en zelf hun omgeving kunnen vormgeven. Met andere woorden, laat ze mede-ontwerpers zijn van hun eigen wereld!

2. Ondersteun de andere twee leerkrachten

In een leeromgeving heeft de ruimte twee functies: langs de ene kant moet het het kind stimuleren om zelf aan de slag te gaan en dus te leren van de omgeving, maar langs de andere kant moet het ook de ‘andere’ leerkrachten ondersteunen. Creëer daarom ook een omgeving die de interactie tussen leerkracht en kind stimuleert. Dit hoeft niet per se het klassieke beeld te zijn van de leerkracht vooraan en leerlingen achter hun banken. Maar geef bijvoorbeeld leerkrachten ook de mogelijkheid om zich te bewegen tussen de leerlingen zodat ze 1 groep vormen. Daarnaast moet de omgeving ook de leerlingen stimuleren om met medeleerlingen om te gaan. In hun verdere leven zullen ze nog in veel sociale situaties terecht komen waar ze beroep kunnen doen op hun ervaringen met medeleerlingen.

Tip: bekijk een leeromgeving als een microstad waar kinderen zich veilig kunnen ontwikkelen en worden uitgedaagd om om te gaan met verschillende sociale situaties. Deze kunnen ze vervolgens gebruiken ter voorbereiding op de échte wereld daarbuiten.

3. Vertaal maatschappelijke waarden en normen naar de omgeving

Wat is goed? En wat is slecht? Een omgeving heeft de kracht om impliciet waarden en normen mee te geven aan kinderen (Barker, 1968). Bijvoorbeeld, neem nu een klassiek klaslokaal waar de leerkracht vooraan staat op een iets hoger platform en de kinderen wat lager zitten achter hun banken. Deze setting geeft duidelijk de autoriteit weer van de leerkracht en gaat impliciet het respect van de kinderen ‘afdwingen’.

Net zoals beschreven in de vorige tip kan je een schoolomgeving benaderen als een microstad die de ‘echte wereld reflecteert’. Niet alleen op basis van de verschillende sociale situaties waarin we terecht kunnen komen kunnen leerlingen leren, maar ook van de verschillende types van ruimtes die aanwezig zijn in ‘de echte wereld’. Zo kan je de gangen zodanig inrichten dat ze op dezelfde manier gebruikt worden en dezelfde verwachtingen hebben als een straat. Of bijvoorbeeld de cafetaria is eerder een reflectie van een café of restaurant. Door deze omgevingen zodanig vorm te geven dat ze dezelfde waarden en normen uitstralen als in de buitenwereld, worden kinderen voorbereid op wat er verwacht wordt van hen buiten de schoolmuren.

4. Trek buiten naar binnen

Geen tips vanuit omgevingspsychologie, zonder het belang van de natuur aan te halen. Want ook in een leeromgeving hebben planten en uitzicht op een natuurlijke omgeving hun positieve impact al bewezen.

"Kinderen die dichtbij een natuurlijke omgeving wonen of een groen schoolplein hebben, ervaren minder stress en hebben een hoger psychologisch welbevinden."

Kinderen spenderen een groot deel van hun jonge leven tussen de schoolmuren. Daarom is het belangrijk om een omgeving te creëren die ook bijdraagt aan hun welzijn en niet alleen focust op het leren. Hierbij speelt natuur een belangrijke rol. Verschillende studies hebben aangetoond dat kinderen die dichtbij een natuurlijke omgeving wonen of een groen schoolplein hebben, minder stress ervaren, een hoger psychologisch welbevinden hebben én een positieve attitude hebben ten opzicht van het milieu (wat ook mooi meegenomen is) (Dopko et al., 2019). Denk daarom niet alleen aan wat er binnen de schoolmuren gebeurd, maar ook juist daar buiten: breng groen binnen in de leeromgeving en organiseer activiteiten in de natuur. Want kinderen genieten ervan om te ravotten in de natuur!

Had je graag nog meer informatie over omgevingspsychologie of tips over interieurs die bijdragen aan je welzijn? Laat hieronder een bericht achter.

Referenties:

  • Barker, R. G. (1968). Ecological psychology: Concepts and methods for studying the environment of human behaviour. Stanford (Calif.), England: Stanford University Press.
  • Dopko, R. L., Capaldi, C. A., & Zelenski, J. M. (2019). The psychological and social benefits of a nature experience for children: A preliminary investigation. Journal of Environmental Psychology, 63, 134-138.
  • Gibson, J. J. (1979). The Ecological Approach to Visual Perception. Boston, US: Houghton Mifflin.
  • Heft, H. (1988). Affordances of children’s environments: A functional approach to environmental description. Children’s environments quarterly, 29-37.